MARJAN VAN ZEYL
Op 1 mei ben ik in Amsterdam geboren en een paar jaar later verhuisd naar de omgeving van Utrecht. Op een mooie zondag maakten wij een fietstochtje dat eindigde in de mooie tuin van een bevriende, deftige mevrouw, een echte barones. Daar kregen wij thee met krentenbrood, zo vlak na de oorlog een hele tractatie! Die tuin werd omgeven door haar privé-bos en van daaruit kon ik door een hekje zó het bos in lopen. Hélemaal alleen stond ik daar stilletjes tussen grote, dikke beukenbomen, betoverd door wat ik daar beleefde. Hoog boven mij was de blauwe lucht, zichtbaar achter het lentegroene beukenbladerdak. Daardoorheen scheen de zon met haar stralen recht naar beneden op wel duizenden lelietjes-van-dalen. Vol verwondering genoot ik van al dat lieflijke, die mooie kleine klokjes, de overvloed van schoonheid, geschonken door de milde hand van de goddelijke natuur. Op dat ogenblik beleefde ik mijzelf voor het eerst heel bewust: 'Hier mag ik zijn en wat is de wereld mooi!' Ik was een meisje van drie jaar en het was in de maand van mei. Deze herinnering heb ik altijd bewaard als een lieflijke stille bron die ik ook nú nog mag beleven en waaruit ik, vol dankbaarheid, licht, kleur en schoonheid kan beleven en weg mag schenken.
Copyright 2014-2023 Uitgeverij Cichorei